De geschiedenis van astrologie gaat terug tot duizenden jaren geleden. De oorsprong van astrologie ligt in het oude Mesopotamië, waar astrologie werd gebruikt voor landbouw en het voorspellen van overstromingen. Later werd astrologie geïntroduceerd in Griekenland en Rome, waar het voornamelijk werd gebruikt om voorspellingen te doen over politieke en militaire gebeurtenissen.
In de middeleeuwen was astrologie een populaire praktijk in Europa en het Midden-Oosten. Astrologen werden gebruikt om de toekomst van de koninklijke familie en belangrijke gebeurtenissen te voorspellen.
In de renaissance werd astrologie opnieuw populair en werd het geïntegreerd in de wetenschap, de kunst en de filosofie.
Tijdens de 17e en 18e eeuw begonnen wetenschappers en filosofen de geldigheid van astrologie in twijfel te trekken en ontstond er een kritische houding ten opzichte van de praktijk.
In de moderne tijd wordt astrologie over het algemeen niet beschouwd als een wetenschappelijke of betrouwbare methode om de toekomst te voorspellen of persoonlijkheid te bepalen.
Desondanks blijft astrologie populair in verschillende delen van de wereld, waarbij sommige mensen het gebruiken als een bron van spirituele begeleiding en persoonlijke groei. Andere mensen beschouwen astrologie als niets meer dan bijgeloof en vinden het onzinnig.