Alchemie is een oude tak van de natuurfilosofie en de voorloper van de moderne scheikunde. Het beoogde doel van alchemie was oorspronkelijk om onedele metalen om te zetten in goud en zilver en om het “elixir van het leven” te vinden, een middel dat de eeuwige jeugd en onsterfelijkheid zou bieden.
Alchemisten geloofden dat er vier elementen waren – aarde, water, lucht en vuur – en dat elk element een bepaalde kwaliteit vertegenwoordigde. Ze gebruikten symbolen en rituelen om hun ideeën en processen uit te drukken en te manipuleren. Ze waren ook geïnteresseerd in het bestuderen van planten, mineralen en metalen om hun eigenschappen en toepassingen te begrijpen.
Alchemisten gebruikten verschillende technieken en processen om hun doelen te bereiken, zoals distillatie, sublimatie, filtratie en precipitatie. Ze werkten vaak met verschillende stoffen, zoals metalen, mineralen, planten, dieren en chemicaliën, om nieuwe verbindingen en substanties te creëren.
Een van de bekendste symbolen van de alchemie is de filosofische stenen, die ook wel de Steen der Wijzen werd genoemd. De filosofische steen werd beschouwd als de ultieme prestatie van de alchemie en zou in staat zijn om metalen om te zetten in goud en zilver en de alchemist onsterfelijkheid te geven. Het idee van de filosofische steen had echter vaak meer spirituele en symbolische betekenissen dan letterlijke betekenissen.
In de middeleeuwen was alchemie een populaire praktijk onder alchemisten en werd het vaak beoefend door monniken, artsen en andere geleerden. Later, in de Renaissance, werd alchemie populair onder aristocraten en leidde het tot de ontwikkeling van de moderne chemie.
Tegenwoordig wordt alchemie niet langer beschouwd als een wetenschap, maar als een cultureel en historisch fenomeen. De ideeën en symbolen van de alchemie blijven echter invloedrijk in de literatuur, kunst en populaire cultuur.